Het begin
Al een paar jaar had ik idee�n om een mobiele kraan te bouwen, maar het kwam er niet van. Het idee kreeg ik al in het voorjaar van
1996. Ik kocht een keer wat foto's van een Gottwald AK 850 van de fa.
Schmidbauer
Ik zag het al helemaal zitten, maar omdat er ook verschrikkelijk veel tijd in zo'n model gaat zitten, stelde ik het alsmaar uit. Begin
1998 hakte ik uiteindelijk de knoop door en besloot ik om een mobiele kraan te gaan bouwen.Ik kocht wederom wat foto's, ditmaal
van de Liebherr LG1550.
Ik had drie jaar eerder al een dergelijke kraan gebouwd, maar die deugde op bepaalde punten niet. Daarom besloot ik dezelfde kraan
te bouwen, maar dan wel eentje waarvan zo veel mogelijk dingen echt kunnen werken. De kraan die ik drie jaar eerder bouwde was zo'n beetje
van hetzelfde type, maar dan meer naar eigen inzicht gebouwd.
De Liebherr LTM1800/LG1550 is een van de grootste mobiele kranen die er bestaat, met zijn hijscapaciteit van 800 ton en hoogte
van 184 meter bij een hoofdgiek met daarop een hulphiek. Deze machine kan werken met twee soorten gieken: een opbouwgiek en een
telescoopgiek. De telescoopgiek wordt ook gedemonteerd bij transport over de weg en wordt vervoerd op een vrachtwagen. Dit
betekent dat de kraan binnen de limiet blijft voor wat betreft asdruk. In het geval van een telescoopgiek is het type LTM1800. Ik heb
de opbouwversie gebouwd: de LG1550. Als deze kraan met complete uitrusting moet uitrukken zijn 22 trekker-semidieplader
combinaties nodig om alle giekdelen en contragewichten te vervoeren.
De LG1550 is op te bouwen in verschillende uitvoeringen, van een lichte giek voor het hijsen van niet al te zware lasten tot een
zware uitrusting voor de zware lasten. De giekhoogte kan vari�ren van 21 meter tot een maximale hoogte van zo'n 184 meter. Mijn
doelstelling was om de kraan te bouwen in de SDW-uitvoering, d.w.z. een hoofdgiek, hulpgiek en een derrickmast. De maximale
hoogte moest zo'n vier meter worden.
Het onderstel
De onderwagen is het rijbare gedeelte van de kraan. Deze kraan telt acht assen waarvan er zes stuurbaar zijn. Twee assen worden
aangedreven en de kraan kan ook echt rijden met behulp van een 12 volt motor (speelmotor). De verschillende stuurassen hebben
een andere wieluitslag, zodat voorkomen wordt dat de wielen gaan wringen. De vier voorste stuurassen zijn aan elkaar gekoppeld.
De twee laatste assen worden gestuurd door aan het reservewiel achterop te draaien.
Cabine en versnellingsbak
De cabine is voorzien van een echt interieur. De stoelen zijn verstelbaar en het stuurwiel draait echt mee wanneer je het voertuig stuurt.
De versnellingsbak komt rechtstreek uit
nr. 8880,
de TECHNIC Super Car. Alleen heb ik de bak iets compacter gemaakt omdat de ruimte voorin beperkt is. Verder werkt hij net zoals
in de Super Car, dus gewoon vier versnellingen vooruit en gesynchroniseerd.
Het motorblok
Boven de eerste twee stuurbare assen huist een echt werkende V12 motor. Het motorblok is gewoon de verlengde versie van die
uit nr. 8880,
ik heb er vier cilinders aangeplakt. Ik heb er gewoon een standaard blok ingezet omdat ik niet precies wist hoe die
eruit ziet, foto's ervan zijn er nauwlijks en aangezien ik tijdens het bouwen van het onderstel meer prioriteiten stelde aan de
stevigheid en stabiliteit, bouwde ik het motorblok ook meer naar eigen inzicht. De motor wordt aangedreven door een 9 volt motortje
welke is aangesloten op de Barcode-Unit. Wanneer de kraan gaat rijden, draaien de cilinders mee. De snelheid van het draaien kun
je bepalen door te schakelen met de versnellingsbak.
Barcode
Tijdens het bouwen van de onderwagen kwam ik op het idee om de auto een echt motorgeluid te geven. Een paar maanden
daarvoor had ik de Barcode truck gekocht,
nr. 8479.
Vlak voor as 5 en vlak achter as 6 zitten de sensortjes. Wanneer de kraan vooruit gaat rijden komt er een polletje tegen de sensor.
Om doordraaien van het motortje te voorkomen, heb ik aan het asje van het polletje een doordraaitandwiel bevestigd. Dit geldt ook
voor het polletje op de achterste sensor. De Barcode unit heeft een plaats boven de assen 3 en 4, achter het motorblok.
De draaikrans
Een onderdeel van een kraan waar velen moeite mee hebben, is een elektrisch aangedreven draaikrans. Bij de meesten lukt het
gewoon niet om zo'n zware kraan rond te laten draaien. Toen het grootste gedeelte van de kraan eind juni 1998 af was ging ik op
een mooie zomerse dag de kraan eens testen. Ik had de giek af en ik was benieuwd of de kraan het hield. Toen bleek dus
dat er nog het nodige aan veranderd moest worden waaronder ook de draaikrans. De kraan schokte namelijk nogal toen ik hem liet
draaien. De aandrijving bestaat uit twee lagen. In de onderste laag verwisselde ik een paar tandwielen en de bovenste laag werd
geheel vernieuwd. In de oude draaikrans zaten nog 48-tands tandwielen, welke ik plat had gelegd. De feitelijke draaikrans was
verbonden met 8-tands tandwielen, zoals in de kraan van
nr. 8094,
de Multi Programmeerset. Dit voldeed niet helemaal en was tevens de oorzaak dat de kraan schokte tijdens het draaien. Bovendien
brak er diverse keren zo'n klein tandwieltje. Dit loste ik op door wormwielen direct met de draaikrans te verbinden. Deze
ingreep was een hele verbetering, de draaikrans schokt nauwelijks, zelfs niet bij een zware opbouw.
Afstempelen
Het afstempelen van de kraan gebeurt volautomatisch. Achter de draaikransaandrijving bevindt zich een compressor die wordt
aangedreven door een 9 volt motortje. Deze compressor staat in verbinding met vier pneumatische schakelaars, welke ervoor
dienen om de uithouders uit te klappen. Het is een soort schaarsysteem. De uithouders worden daarna uitgeschoven. In elke
uithouder zit een 4,5 volt motortje. De voorste uithouders worden niet helemaal ingeschoven i.v.m. de afstand tussen de tweede en
derde as, daarom was het mogelijk om voor deze uithouders een tandwielconstructie te gebruiken voor het uitschuiven. In de twee
achterste uithouders zitten ook 4,5 volt motortjes, maar dan met een ronde vertragingskast. Doordat deze uithouders in zijn geheel
worden ingeschoven, was de ruimte voor een aandrijving beperkt. Dit loste ik op door de motortjes in het draaipunt van de uithouders
te bouwen, waardoor ze precies kunnen worden ingeschoven. De kraan wordt in een soort kruis afgestempeld. De afstempelbasis is
1,2 m x 1,2 m. De kraan wordt dusdanig afgestempeld dat de wielen van de grond komen. In de werkelijkheid is dit ook zo, dus wilde
ik dat ook proberen en dat lukte uiteindelijk ook. E.e.a. was sterk genoeg om het geheel in balans te
houden, al viel het niet echt mee om dat voor elkaar te krijgen.
De afwerking
Tot slot volgde de afwerking van de onderwagen. Er werden diverse dingen aangebracht, zoals buitenspiegels, breedtepalen,
lengte- en breedtelichtjes, brandstoftanks, een reservewiel etc. Ik probeer een model altijd zo perfect mogelijk te detailleren, het
moet altijd dicht bij de werkelijkheid komen. De decoraties werden in een later stadium aangebracht.
De bouw van de onderwagen leverde niet al te veel problemen op. Het onderstel was vrij snel in elkaar gezet, het enige onderdeel
daarvan wat problemen opleverde was het elektrisch laten rijden van de kraan. Een tweede punt waarin veel werk kwam te zitten
was het uitklappen en laten uitschuiven van de uithouders. Ik heb verschillende constructies toegepast die allemaal niet voldeden.
Uiteindelijk lukte dat toch en dat was ook de bedoeling. De draaikrans vergde geen enkel probleem, ook het veranderen van de
aandrijving ervan was niet al te moeilijk. De bouw van de onderwagen vergde zo'n 70 uren.
De bovenwagen
De bovenwagen was het meest lastige, maar tevens interessantste stuk om te bouwen. De ruimte was beperkt, want er moesten
negen elektromotortjes + aandrijvingen in geplaatst worden. Diverse keren heb ik de boel weer moeten afbreken omdat het niet
klopte, of omdat er een aandrijving bij moest en er geen ruimte meer was.
De aandrijvingen
In de bovenwagen zitten negen motortjes, vier van 12 volt en vijf van 4,5 volt. Ze dienen voor:
1. |
kabeltrommel 1: hijswerk (1 x 4,5 volt) |
2. |
kabeltrommel 2: hijswerk (1 x 4,5 volt) |
3. |
kabeltrommel 3: hoofdgiek of hulpgiek (2 x 12 volt) |
4. |
kabeltrommel 4: A-bok (2 x 12 volt) |
5. |
het uitzwenken van het kraancabinetje (4,5 volt) |
6. |
de lier voorop (4,5 volt) |
7. |
het laten draaien van het motorblok (4,5 volt) |
De aandrijvingen zijn vlak over elkaar heen gebouwd, veel ruimte is er niet meer over. Omdat het liertje voorop in principe niet
gebruikt wordt, heb ik hiervoor een rechthoekige
vertragingskast gebruikt. Die vertragingskasten zijn helemaal niet sterk, maar
voor zulke doeleinden kan ik ze wel goed gebruiken. Voor het uitzwenken van het cabinetje heb ik ook een vertragingskast
gebruikt, maar dan een ronde. De kabeltrommels worden allemaal apart aangedreven, de aandrijvingen liggen onder de trommels zelf.
Voor de aandrijvingen heb ik gekozen voor de oude Technic motortjes van 4,5 volt en 12 volt. Dit heb ik gedaan omdat ze iets
compacter zijn dan de 9 volt motortjes. Bovendien kun je de snoertjes aanpassen en kun je ze o.a. door Technic balken rijgen.
De eerste twee trommels worden aangedreven door een 4,5 volt motortje. Dit is voldoende, want deze trommels dienen voor het
hijsblok en aangezien de kraan toch niet al te veel kan hijsen hoeft er niets zwaars in
te hangen. De twee andere trommels, voor
het optoppen van de hoofdgiek en de derrickmast c.q. hulpgiek, worden elk aangedreven door twee 12 volt motortjes. Per trommel
zijn de motortjes met een differentieel met elkaar verbonden, waardoor de aandrijving een stuk krachtiger is. Het ontwerpen van een
goede aandrijving had nogal wat voeten in de aarde. Uiteraard lukt het nooit om in ��n keer een geschikte aandrijving te bouwen
die krachtig genoeg is. De aandrijvingen passen er mooi in en het werken ook nog.
Kabeltrommels
Toen de aandrijvingen er in zaten, begon ik met het erin draaien van de touwen. Het zouden eigenlijk zwarte gevlochten koorden
moeten worden, maar omdat die erg moeilijk te verkrijgen zijn, heb ik
gekozen voor wit koord met een dikte van 2 mm. Doordat het vrij dik is, rolt het makkelijk en vlak op. Per trommel was ik vervolgens
zo'n ��n uur bezig om het touw erin te draaien. In elke kabeltrommel zitten aluminium buisjes. Ik heb hiervoor gekozen, omdat deze
vlak zijn en omdat de trommels dan sterker worden. Het touw wordt zo gelijkmatig opgerold. In totaal zit er zo'n 150 meter touw in de
bovenwagen.
De aansluitingen van de vier kabeltrommels bevinden zich aan de rechterkant van de draaikrans. In de bovenwagen lopen
verscheidene snoeren naar de motortjes. Alle snoeren zijn op maat gemaakt. Het is echter niet mogelijk de bovenwagen van de
onderwagen te scheiden. Het gevaarte, met een gewicht van 14 kg, moet nu in ��n stuk van de vliering naar beneden worden
gedragen, op een vlizotrap....
Kraancabine
Het cabinetje wordt, zoals eerder gezegd, uitgezwenkt met behulp van een 4,5 volt motortje met vertragingskastje. Daarnaast kan het
cabinetje achterover kantellen. Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van twee kleine inbouw cilinders. Het nadeel van die kleine cilinders
is wel dat ze minder sterk zijn.
De A-bok
De A-bok is grotendeels vervaardigd uit Technic balken met daarboven en onder twee lagen met platte stenen. Halverwege zit
een dwarsbalk. De A-bok zorgt ervoor dat de hoofdgiek of derrickmast opgetopt kan worden. Wat mij zeer verbaasde is dat de A-bok
tijdens het optoppen niet of nauwelijks doorbuigt.
Voor de bovenwagen had ik zo'n 75 uur nodig. Sommige dingen, zoals de kabeltrommels, hebben later een modificatie ondergaan.
Over de gehele boven- en onderwagen heb ik zo'n 165 � 170 uur gedaan. De decoraties zijn in een later stadium aangebracht.
De logo's op beide portieren zijn m.b.v. de computer gemaakt. De belettering is gemaakt aan de hand van een stickervel uit een Kibri
bouwdoos. Deze heb ik uitvergroot gekopieerd en met behulp van een scanner op transparante sheets geprint. Vervolgens heb ik
de stroken met fotolijm op het model aangebracht. Fotolijm kun je nl. gemakkelijk weer verwijderen zonder dat er wat op de stenen
achterblijft.
De giekdelen
Het bouwen van de giek is geen gemakkelijke opgave en zeker niet bij zo'n grote kraan. Mijn doelstelling was dat de kraan zo hoog
mogelijk zou worden. Ik had bij LEGO heel erg veel Technic-balken en koppelpennen besteld om het geheel te kunnen bouwen. Een
constructie had ik reeds verzonnen; het zou een dikkere giek worden dan de voorloper van deze kraan. Die giekconstructies waren
tamelijk instabiel en zouden niet tegen deze gewichten opgewassen zijn. Na enkele berekeningen kwam ik op een maximale giekhoogte
van zo'n slordige 3,5 meter. De giek zou dan bestaan uit een hoofdgiek van bijna twee meter met daarboven op een scharnierende
hulpgiek.
SD-uitvoering: schijfhoogte 2,25 meter
In eerste instantie bouwde ik gewoon een hoofdgiek van 2,25 meter lang en een derrickmast met een lengte van 1,8 meter. Dit was
niet al te moeilijk en toen dat af was ging ik de kraan testen in de achtertuin. Dat testen kostte ongelofelijk veel tijd, want eerst
moest alles naar buiten en vervolgens moest het geheel in elkaar gezet worden. Voordat de giek overeind staat ben je toch al
gauw twee uur verder. De giek kan in deze opstelling elektrisch worden opgetopt. Als eerste lift de A-bok de derrickmast elektrisch
op, waarna de hoofdgiek volgt. Tot slot wordt het hijsblok er in gehangen. De kraan werkte perfect en ik testte het geheel. Draaien,
op- en aftoppen, hijsen, het was allemaal geen probleem. Inmiddels was het half augustus en ik zou de kraan voor het eerst
tentoonstellen tijdens een hobby- en creativiteitsfestival. De kraan stelde ik op zoals hiervoor omschreven. Alles ging goed totdat
tegen het eind van de middag de kraan crashte! Gevolg: een enorme ravage, maar slechts enkele beschadigde onderdelen.
LEGO is echt ongelofelijk duurzaam!! Achteraf had ik nog geluk gehad, want de kraan was niet een kwartslag gedraaid. Was dit
wel het geval had ik echt een probleem. De oorzaak: door het vele draaien van de kraan schoof een Technic balk van een
pennetje van de derrickmast. Het grote voordeel: alles was snel opgeruimd.
SW-uitvoering: 3,6 meter schijfhoogte
Anderhalve maand later volgde er weer een evenement waaraan ik deel zou nemen. Ik wilde de kraan nog verder uitbreiden en verder
afbouwen (logo's en belettering ontbraken nog). Voordat dat evenement zou plaatsvinden ging ik experimenteren met de 3,6 meter hoge
giek. De derrickmast werd omgebouwd tot hulpgiek. Half september was dat gerealiseerd en ging het hele spul weer naar de achtertuin.
Ditmaal kostte me het aanzienlijk meer tijd om de kraan op te bouwen. Een scharnierende hulpgiek had ik nog nooit gebouwd en het
was toch wel spannend of alles wel zou blijven staan. Ik werd werkelijk met stomheid geslagen. Na een aantal uren zwoegen stond
de kraan overeind!
Een probleem: het hijsblok was ik door al die inspanningen helemaal vergeten. Voordat de wind op zou komen schoot ik snel een
paar foto's, want misschien zou dit het maximaal haalbare zijn. Maar achteraf bleek het toch wel link te zijn om de kraan in deze
opstelling op een modelbouwshow te zetten. Als er ook maar iets fout gaat valt het ding in het publiek met alle gevolgen van dien.
Ik besloot de derrickmast weer op te bouwen en de hoofdgiek met een halve meter te verlengen. Dat resulteerde in een 2,75
meter hoge kraan die nog moeiteloos kon draaien ook.
Het maximaal haalbare: 4,2 meter
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en ik had me in het begin ten doel gesteld een kraan te bouwen van minstens
vier meter hoogte. Voor de foto's en een video-opname besloot ik toch dit doel te verwezenlijken. Ik kocht wat LEGO Technic
dozen en bouwde weer een scharnierende hulpgiek. Omdat de zwarte balken op een gegeven moment op waren, maakte ik
sommige secties wit en rood, dat zie je wel vaker bij kranen. Uiteindelijk zou de kraan 4,2 meter hoog moeten worden!!
Daarvoor moesten we wel de meest geschikte dag uitzoeken om alles op te bouwen. Dat moest buiten gebeuren, want daar maak
je gewoon de mooiste foto's. Ik had de kraan al eens in een lagere uitvoering in een loods opgebouwd, maar die foto's vielen nogal
tegen. Op een zaterdag in november was het werkelijk windstil en de zon scheen zelfs nog. Een vrijwel perfecte dag om zoiets te
testen! 's Morgens vroeg begon ik ermee. Omdat je zoiets niet alleen kunt, hielp m'n vader me bij het opbouwen. Maar alles was niet
voor niets geweest: het lukte en alles bleeft heel. Tijdens het maken van de foto's ging het wel bijna een keer mis; er kwam een
vlaagje wind opzetten en toen begon hij te schommelen. Er stond ongelofelijk veel kracht op alle tuidraden en de LEGO-stenen
hadden het zwaar te voorduren. Nadat alles op de gevoelige plaat was vastgelegd braken we alles weer af. Bijgaande foto's zeggen
verder genoeg.
Hoe wordt zo'n kraan nu in werkelijkheid opgebouwd?
Er gaat een hele tijd aan vooraf voordat een kraan aan een hijsklus kan
beginnen. Voordat een kraan daadwerkelijk aan een hijsklus gaat beginnen wordt eerst berekent wat de beste positie is om de
machine te plaatsen en hoeveel ballast en gieklengte er
nodig is. Het opbouwen zelf neemt ook aardig wat tijd in beslag, wat ook geldt voor het LEGO-model. Met een normale hoofdgiek
ben ik ongeveer een uur bezig om hem op te bouwen. In geval van een gieklengte van 4,2 meter kost het me 2 tot 2,5 uur.
De machine arriveert op de hijsstek. De kraan is nu helemaal kaal en moet dus worden opgebouwd. Bij dit type zijn de uithouders
al aan de kraan bevestigd. Alle andere componenten, zoals de giekdelen en ballastblokken, worden door vrachtwagens vervoerd.
Dit is altijd het geval bij kranen van dit formaat.
Vervolgens worden de uithouders uitgeklapt en worden ze uitgeschoven. De stempels zakken en de stempelbokken- en platen
worden aangebout. Nu komen de wielen van de onderwagen van de grond. Er komt een dermate zwaar gewicht op de machine te
drukken, dat de assen van de onderwagen dit niet kunnen dragen. De stempels en uithouders zijn sterk genoeg om het immense
gewicht te kunnen torsen.
De A-bok wordt in stelling gebracht en de bovenwagen wordt in dit geval een kwartslag gedraait alvorens de giek wordt aangebout.
Dit hangt echter van de situatie af. Het is namelijk ook mogelijk om de giek aan de achterzijde aan de bovenwagen te
bevestigen.
Nu zijn de ballastblokken en de giekdelen aan de beurt. In de werkelijkheid zijn er andere kranen nodig die hierbij moeten assisteren.
Mijn kraan wordt nu voorzien van '160 ton' ballast. De bovenwagen hoeft aan de achterzijde niet te worden ondersteund; de kraan
kan in balans blijven staan, zelfs met een giek van 4,2 meter hoogte.
Tot slot wordt de giek opgetopt. Tuidraden die de A-bok met de top van de giek verbinden zorgen ervoor dat de giek omhoog komt.
Binnen elke minuten zorgen twee 12 volt motortjes ervoor dat de giek omhoog komt en in hijspositie staat. Uiteraard wordt
tussendoor nog de hijshaak in de giek gehangen.
Voorlopig de laatste mobiele kraan
December 1998 toonde ik de kraan voor het laatst aan het publiek, gewoon met een 2,25 meter hoge giek en een derrickmast.
Begin 1999 brak ik de kraan af. Voorlopig heb ik geen ambities om weer zo'n mobiele kraan te bouwen. Veel mensen vragen
wanneer het weer zover is, maar ik moet ze teleurstellen. Sinds begin 1999 ben ik me weer volledig gaan toeleggen op het
bouwen van vrachtwagens en de machines die ze vervoeren. Zo'n kraan komt heel misschien ooit wel weer een keer, maar wanneer?
Dat kan nog wel heel lang gaan duren ....
Overige gegevens
Lengte onderwagen: |
119 cm |
Breedte: |
19,2 cm |
Hoogte: |
26,7 cm |
Gieklengtes: |
SD: 2,25 m; SW: 3,6 m; SDW: 4,2 m |
Gewichten: |
onder- en bovenwagen: 14 kg; SDW-uitrusting: ca. 30 kg |
Bouwtijd: |
acht maanden |
Datum: |
april - december 1998 |